Blog

Blog

 

 

 

Getraumatiseerde baby 29 januari 2018

 

Een meisje wordt aan het begin van dit schooljaar bij mij aangemeld. Haar school vraagt om extra individuele ondersteuning op leergebied. Het meisje behaalt tot dusver redelijke resultaten, maar school besluit preventief te handelen omdat zij vermoeden dat het meisje anders achter gaat raken.

 

Ze heeft geen cognitieve beperkingen. Ze is niet dyslectisch. Ze lijkt geen rekenstoornis te hebben. Haar begrip is in orde. Waarom dan toch dit verzoek van haar school..? Omdat het een getraumatiseerd meisje is. Ze heeft voor haar derde levensjaar te maken gekregen met geweld in de thuissituatie. Meer details krijg ik niet. Ze is destijds uit huis geplaatst en woont sindsdien bij een familielid, waar het goed gaat. Maar het geweld zit nog in haar hoofd. En daardoor ook in haar lijf, haar gedrag. Sociale contacten verlopen daardoor zeer moeizaam, vriendinnetjes heeft ze niet.

 

Aanvankelijk gaat het goed. Ze is gemotiveerd en vindt het geen probleem om tweewekelijks te worden opgehaald om buiten de klas met mij te werken. Met vlagen is ze een les wat onrustiger. Soms ook opstandig. En vooral meer fantasierijk in haar verhalen. Er komen dan allerlei gebeurtenissen voorbij, die maar moeilijk te geloven zijn. Zonder er jegens haar al te veel aandacht aan te schenken, uit ik mijn zorgen bij de leerkracht.

 

Het meisje is met EMDR (traumatherapie) gestart, en de momenten dat ik haar onrustig vond, bleek ze net een sessie te hebben gehad. De leerkracht merkte dit ook in de klas. Meestal duurde dit een aantal dagen, en trok haar gedrag dan weer bij. Zo niet sinds de kerstperiode. De onrust nam toe, ze zocht steeds meer grenzen op en weigerde soms te praten of werken. Er volgt een overleg met haar behandelaar, waaruit naar voren komt dat de therapie de komende periode zwaarder wordt, omdat de heftigste gebeurtenissen uit haar babytijd behandeld zullen worden. Op school moeten we ons hier op voorbereiden en haar zoveel mogelijk structuur en begrenzing bieden.

 

Omdat er in haar koppie duidelijk geen ruimte is voor kennisoverdracht en het bovendien de dagelijkse structuur onderbreekt, wordt mijn ondersteuning gepauzeerd. Het heeft nu geen prioriteit, het meisje zal al haar energie nodig hebben voor het “opruimen” van het trauma. In plaats daarvan glimlach ik bemoedigend naar haar als ik haar tegenkom in de wandelgangen, en hoop ik dat ze de pijn gauw een plekje kan geven.

 

 

 

Van uitstel komt afstel 22 november 2016

 

In januari 2016 volgde ik een cursus voor de training Dappere Dino’s. Dit is een training voor kinderen uit groep 3 en 4 (6-8 jaar) van gescheiden ouders. Uitgangspunt is dat het een preventieve interventie betreft; de ouders zijn recent uit elkaar gegaan en er wordt mee voorkomen dat kinderen hier (veel) last van krijgen.

 

Omdat mijn ouders scheidden toen ik 11 jaar was, mijn broertje 5, en mijn broer 13, weet ik uit ervaring wat dit voor gevolgen op deze verschillende leeftijden en sekses kan hebben. Voor buitenstaanders leek het in mijn geval niet alsof ik veel moeite met de scheiding had: ik maakte de basisschool goed af, had veel vriendjes en vriendinnetjes, slaagde binnen de reguliere tijd voor mijn VWO en gedroeg me redelijk voorbeeldig op school. Van binnen was het een ander verhaal; ik at slecht, was verdrietig, zocht steun en aandacht bij de buurvrouw die ik nauwelijks kende en had vriendjes met, laten we zeggen, behoorlijk puberaal gedrag. Pas als jongvolwassene kon ik de periode achter me laten en accepteren dat de scheiding niet ongedaan zou worden gemaakt. Mijn beide broers vertoonden ander, meer naar buiten gericht (‘externaliserend’) gedrag; zowel de jongste als de oudste deden dingen die in onze maatschappij niet geaccepteerd worden. Hulpverlening, in welke vorm dan ook, was voor ons alle drie goed geweest.

 

Momenteel ben ik bezig met het aanvragen van subsidie, om de Dappere Dino’s training te mogen geven. Dit is nodig, omdat er veel uren door zowel mezelf als een co-trainer in zitten. Omgerekend zou hier een fors bedrag tegenover moeten staan, als ouders dit zelf zouden moeten betalen. Ik vind het echter niet wenselijk als de training alleen voor kinderen van ouders met geld toegankelijk is.

 

Zojuist kreeg ik een mail: de gemeente maakt gebruik van de volgende regelgeving: “Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA) artikel 8 lid 3.”. Oftewel, ze stellen hun besluit met 28 dagen uit, waardoor ik het uiterlijk 28-12-2016 te horen krijg. En laat ik nou in de subsidieaanvraag gepland hebben om begin januari 2017 te starten, met de weken daarvoor als acquisitietijd, voorbereidingstijd en het voeren van intakegesprekken met ouders. Zullen ze bij de gemeente begrijpen, dat me dat zo dus niet gaat lukken…?

 

 

 

 

Zomervakantie 15 juli 2016

 

Het is weer tijd voor de langste vakantie van het jaar, welke ik dit jaar met dubbele gevoelens in ga. Normaal gesproken was ik erg toe aan de zomervakantie, en kon ik het werk eenvoudig loslaten. Dit jaar is dat anders: een klein jaar geleden is KindAdvies Amsterdam geboren, en met veel trots en ook zeker nog een gezonde dosis verbazing, concludeer ik dat het een succesvol (school)jaar is geworden, waarin ik mijn werk naar eigen interesse en wensen heb kunnen indelen en uitvoeren.

 

Mede dankzij deze ervaring, is mijn vakantiegevoel ditmaal anders: voor de kinderen die ik nu begeleid, heb ik een sterker verantwoordelijkheidsgevoel dan ooit tevoren. Natuurlijk gingen de lieve, onzekere, actieve en met name kwetsbare kinderen uit het verleden mij ook aan het hart. Maar vanuit je eigen bedrijf aan de slag gaan met de zeer diverse hulpvragen, zorgt voor een heel andere ‘werkmodus’: je wilt het nóg beter doen en de kinderen het liefst zo onbezorgd en gelukkig mogelijk de vakantie in laten gaan, om daarna met vernieuwde energie weer door te gaan met waar je gebleven was.

 

Tegen de kinderen die ik individueel begeleid, heb ik in de laatste les stuk voor stuk benadrukt hoe belangrijk het was dat ze de tafels, spellingsregels, etc., met regelmaat blijven oefenen in de vakantie. Daar tegenovergesteld, vind ik het minstens zo belangrijk dat ze moeten genieten van hun welverdiende vrije tijd. Het is een feit dat de lesstof wegzakt in de zomer, zeker bij deze kinderen, waarbij het leren (door allerlei redenen) al niet vanzelf gaat. Maar uiteindelijk kan ik niet van ze verlangen de benodigde discipline op te brengen om dit op peil te houden, en ook niet van hun ouders. Ik maak daarom vast plannetjes om hun kennis na de vakantie op een leuke manier weer op te frissen. Maar, dat hoeven zij natuurlijk niet te weten ;-).

 

Fijne vakantie gewenst en tot volgend schooljaar!

 

 

Bedankje van een juf, dit zijn de leukste complimenten!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De ideale (onderwijs)wereld 03 mei 2016

 

Ik werd gevraagd mee te denken over de ideale onderwijssituatie. Een lastige vraag, omdat ‘out of the box’ denken niet mijn sterkste kant is.

 

De neiging om te beginnen met denken aan kleine klassen, veel individuele begeleiding en onderwijs passend bij ieder uniek kind, was groot. Maar, het mocht verder gaan dan dat: moet de ideale vorm van onderwijs überhaupt in een school plaatsvinden? Moeten er klassen zijn en zo ja, moeten deze worden ingedeeld naar leeftijd? Moeten alle kinderen alle vakken volgen? Moeten kinderen per se zo lang mogelijk op school zitten, in ieder geval het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs doorlopen? Moeten ze beginnen als ze vier zijn? Moet er getoetst worden wat het niveau is van een kind? Moet er diagnostiek plaatsvinden als er vragen zijn over de ontwikkeling van een kind?

 

Heel veel vragen, die een idee geven hoe je verder kunt denken dan de manier waarop het onderwijs momenteel geregeld is. Het leuke is, dat we al pratend tot een mooi ideaalbeeld kwamen: het uiteindelijke doel in het leven, is voor eenieder dat hij of zij gelukkig is: het welbevinden staat voorop. Wanneer dit doel bereikt is, doet de hoogte van de Cito-scores, je intelligentieniveau en meer van dit soort schoolse zaken, er eigenlijk niet meer toe. Want, als iedereen gelukkig is met hoe hij is en wat hij doet in het leven, is een kind van negen dat stopte met school omdat hij graag op de boerderij van zijn ouders wilde werken, even ‘goed bezig’ als een volwassene van 21 die volledig uit eigen beweging studeert voor antropoloog.

 

Buiten de kaders denken is best verfrissend, het belang van het benadrukken van de sterke kanten van een kind wordt zo wederom heel duidelijk.

 

Ik ben benieuwd: wat is volgens jou de ideale onderwijsvorm?

 

 

 

Schrijnend 10 maart 2016

 

Op een school voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK/ Cluster 3), wordt momenteel hard aan verslagen gewerkt. De leerlingen van deze Speciaal Onderwijs (SO) en Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) school, hebben bijna allemaal een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Voordat de Wet Passend Onderwijs inging, hebben deze kinderen een Indicatie van de Commissie van Indicatiestelling gekregen, waarin staat dat ze toegelaten mogen worden tot de school. Sommigen voor bepaalde tijd, anderen voor de rest van hun schoolloopbaan. Deze laatste groep bestaat bijvoorbeeld uit kinderen met een intelligentieniveau van onder de 35.

 

Door de nieuwe Wet zijn de eerder afgegeven indicaties niet geldig meer, en moet er opnieuw door de school ‘bewezen’ worden dat de leerling op zijn plek zit, en echt niet naar een andere vorm van onderwijs kan. Het Speciaal Onderwijs kost meer geld: er zijn speciale voorzieningen, minder leerlingen per klas, meer mankracht per klas, enz. Daarom wil de overheid, dat hier alleen kinderen terecht komen die niet op een andere vorm van onderwijs kunnen functioneren: regulier onderwijs als het kan, speciaal onderwijs als het moet. Op zich geen gekke gedachte natuurlijk, en er zitten zeker positieve kanten aan de nieuwe Wet. Maar, deze regelgeving brengt ook met zich mee, dat een onafhankelijke gedragsdeskundige haar mening moet geven over de leerlingen; waarom vind ík, dat deze leerling hier moet blijven? Bij het schrijven van de argumenten, is het bij het ene kind minder makkelijk te formuleren, dan bij het andere kind. Maar, op het moment dat er zinnen staan als ‘Loes (van 15 jaar oud), draagt een luier, maar kan deze sinds kort zelf verschonen’), vraag ik mij toch af wat de meerwaarde van mijn advies nog is. Welk mens kan met gezond verstand deze informatie van school lezen en zich dan nog afvragen of dit meisje niet naar het Praktijk Onderwijs (PRO, laagste vorm van regulier voortgezet onderwijs) kan?

 

De commissie neemt haar beslissing nu op basis van een ‘papieren kind’. Er zitten hele klassen bij, waarover uitgebreide verslagen door de betrokkenen worden geschreven, terwijl de TLV commissie in één oogopslag zou kunnen zien dat een andere vorm van onderwijs voor deze kinderen niet haalbaar is. Dat zou de mensen die het schrijven, en de commissieleden die dat allemaal moeten lezen, een heleboel tijd schelen. En die tijd kan men dan weer gebruiken voor het belangrijkere werk, met de kinderen, in plaats van computerwerk. Maar ze willen niet komen; zo werken ze niet.

 

Schrijnend, toch?

 

 

 

Gezellig op vakantie?! 21 januari 2016

 

Een vriendin mailt me vanaf haar vakantieadres met een vraag. Ze omschrijft een jongetje van vier jaar oud, met beide ouders op vakantie, moeder weer zwanger. Het jongetje vertoont, in haar optiek, abnormaal gedrag. De vriendin heeft zelf een zoontje van 2,5 en vraagt mij of dit is hoe hij zich straks zal gaan gedragen. Ze maakt zich zorgen, al denkt ze wel te weten dat het jongetje niet 'gemiddeld' is. De mail omvat een gedetailleerd verslag van zijn gedragingen: onbeleefd richting onbekende volwassenen en kinderen (schreeuwt: "wat moet je?!" Als er naar hem gekeken wordt), krijgt een woede-uitbarsting als hij zijn zin niet krijgt, wil andere kinderen pijn doen, praat voortdurend over poep en plas. Ouders lijken zich om beurten op de hotelkamer af te zonderen om uit te rusten. De vriendin vraagt zich af of het jongetje misschien ADHD heeft, of PDD-NOS? Ze is geen kenner op dit gebied en vraagt mij aan welke diagnose(s) ik denk.

Tegelijkertijd beschrijft ze zelf al de meest waarschijnlijke oorzaak van dit gedrag: vader geeft aan dat hij vindt dat het jongetje zelf zijn grenzen moet leren kennen (ondanks de zeer gevaarlijke situaties die dit soms oplevert), moeder is erg (te) lief en lacht het weg als hij zich misdraagt, en áls ze al een grens trekt, ontkracht ze deze vervolgens volledig door het jongetje na de straf een kusje of knuffel te geven. Waarna het jongetje weer volledig over haar heen walst.

 

Consequent zijn en grenzen stellen, je hoort zó vaak hoe belangrijk het is bij het opvoeden van kinderen. Het jongetje is een klassiek voorbeeld van wat er kan gebeuren als je dat niet doet, wat overigens niet wegneemt dat er nog meer aan het gedrag ten grondslag zou kunnen liggen. Al denk ik dat het in dit geval een kind is waar later inderdaad een stempel op gedrukt wordt, omdat hij 'onhandelbaar' is op school, en de oorzaak dan vaak nog te weinig in de opvoeding wordt gezocht. Ondanks dat je als ouders vaak wel weet wat het beste is, is het makkelijker gezegd dan gedaan. Want als je schattige kind een zacht (of hard) huiltje opzet als het zijn of haar zin niet krijgt, ben je daar als ouder uiteraard gevoelig voor. En dan blijkt opvoeden toch best een ingewikkelde zaak ;-).

 

 

 

Regelmaat als basis 04 januari 2016

 

Waar het ene kind wisselende slaaptijden en slaapplaatsen allemaal prima vindt, kan het andere kind hier wat onrustig of zelfs volledig van de kaart door raken. In het laatste geval kan de omgeving het kind als 'een moeilijke slaper' of 'onrustige baby' bestempelen, terwijl dit een hele normale reactie is van baby's en (jonge) kinderen.

 

Wij brengen onze dochter met veel structuur en regelmaat op. Niet alleen op het gebied van slapen, maar ook het gehele dagritme is van kleins af aan vastomlijnd geweest. Zij was enorm gebaat bij deze duidelijke volgorde van gebeurtenissen en ook haar oppassers hadden op die manier direct door wat haar behoefte was als ze bijvoorbeeld huilde.

 

Nu ze groter wordt, proberen we hier flexibeler mee om te gaan. Toen we afgelopen zomer rondreisden kon zij goed met de steeds veranderende situatie omgaan. Echter, vorige week verbleven wij in een ander huis, en heeft zij drie dagen moeten wennen aan de nieuwe situatie. Zij is weer wat ouder en bewuster van haar omgeving, maar omdat ze nog niet kan vertellen wat er mis is, blijft het gissen naar de oorzaak. Omdat we vermoedden dat het de verandering was, brachten we structuur terug door een bepaalde volgorde van gebeurtenissen in te voeren. Zodra ze dit begreep, hadden we ons vrolijke meisje terug!

 

 

 

Mannen in de kinderopvang 07 december 2015

 

Precies vijf jaar geleden kwam aan het licht, dat een groot aantal kinderen van twee kinderdagverblijven in Amsterdam slachtoffer waren van seksueel misbruik door in ieder geval één mannelijke medewerker.

 

Sindsdien is het voor mannen veel moeilijker om werk te krijgen in de kinderopvang. Sommige kinderdagverblijven hebben zelfs het beleid om geen mannen aan te nemen voor het werk op de groepen. Het is nog steeds een heel gevoelig onderwerp en de reacties van ouders zijn zeer wisselend. Ik hoor ouders die zeggen dat ze het belachelijk vinden en mannen net zo goed op de groep kunnen werken als vrouwen. Maar ook de uitspraak ‘als er mannen werken zou ik mijn kind er niet inschrijven’ heb ik gehoord, net als ‘zodra er een man komt werken haal ik mijn kind van die crèche af’.

 

Mede door de gebeurtenis in 2010, heeft de GGD in 2013 het vierogenprincipe ingevoerd. Het gaat er daarbij om dat medewerkers elkaar met ogen of oren in de gaten kunnen houden. Dit mag dus bijvoorbeeld ook met een camera zijn, wanneer een medewerker alleen op de groep staat. Het zou moeten voorkomen dat zoiets als in 2010, opnieuw gebeurt. Maar het principe geldt niet voor gastouders, omdat ouders deze zelf kiezen, en ervan uit wordt gegaan dat het bemiddelingskantoor plus de ouders zelf zorgen voor een terecht vertrouwen in de gastouder. Ik zet hier mijn vraagtekens bij: over de man die verantwoordelijk was voor het misbruik, zeiden veel ouders achteraf een “onderbuikgevoel” te hebben gehad dat er iets mis was, maar net zo goed waren er ouders die deze man vertrouwden en hun kind zelfs bij hem thuis brachten.

 

Ik denk dat ik als ouder naar mijn onderbuikgevoel zou luisteren. Dit geldt niet alleen voor mogelijk seksueel misbruik, maar ook voor de meer algemene verzorging van mijn kind (aandacht, liefde, getroost worden, op tijd naar bed worden gebracht, voedingsbeleid, etc.). Je laat je nog kleine, zeer afhankelijke kind achter bij een ander, dan móet je gevoel goed zijn. Ik ben benieuwd hoe lang de nasleep van deze zaak nog duurt, en ook hoe het nu met de betrokken ouders en kinderen gaat.

 

 

 

 

Elfje 23 november 2015

 

Bij een cursus die ik volgde over rouw- en verliesverwerking bij kinderen, kregen de cursisten de volgende opdracht: kies uit deze stapel kaarten twee dieren uit: één die je associeert met jezelf (op wat voor manier dan ook), en één die je associeert met de overleden persoon die je in gedachten hebt. Ik koos deze kaarten:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De kameleon staat voor mezelf: ik neem in allerlei situaties een andere, passende ‘kleur’ aan. In de verschillende rollen die ieder mens heeft (als vrouw, partner, moeder, collega, etc.) gedraag je je weer een beetje anders. De overleden persoon die ik in gedachten nam was Claar: een lieve, spirituele (zweverig als een vogel) vrouw die in mijn ogen erg goed wist wie ze was en ook was wie ze wilde zijn. Vandaar dat ik voor haar een mooi vogeltje koos.

 

De opdracht was vervolgens om een Haiku, Elfje, verhaaltje of gedichtje over een ontmoeting tussen deze twee dieren te schrijven. Ik schreef dit Elfje:

 

Claar

Ik verkleur

Jij niet meer

Ben je nu vrij?

Gevlogen

 

Een erg mooie, en emotionele opdracht, die iedere cursist heel serieus uitvoerde. Bij het voorlezen van al de geschreven stukjes vloeiden her en der tranen. Ik vond het heel leerzaam, omdat je zo ook goed voelt wat je van kinderen vraagt wanneer ze bij je komen voor rouwbegeleiding.

 

 

 

Te jong voor woorden 10 november 2015

 

Een meisje van 5 groeit op in turbulente thuissituatie. Ze is getuige geweest van huiselijk geweld (vader richting moeder) en vader blijkt er in het geheim een tweede gezin op na te houden, waar hij het meisje soms stiekem mee naartoe neemt. Het meisje is in groep 1 op het regulier basisonderwijs gestart, maar dit gaat al gauw mis. Ze vertoont ernstige gedragsproblemen; schoppen, bijten, slaan, etc. De veiligheid van de andere kleuters is in het geding. Er wordt een traject opgestart om haar op een passende plek te krijgen. Dit wordt een groep in de ‘Jonge Risico Kinderen’ voorziening, welke bedoeld is als observatieplek voor kinderen van 4-6 jaar die (nog) niet mee kunnen komen in het reguliere onderwijs. Het meisje en haar moeder krijgen hiernaast van verschillende instanties hulp.

 

Na een halfjaar is er verbetering te zien: het meisje zit inmiddels in groep 2, vader is min of meer uit beeld, thuis is het doorgaans rustig en de gedragsproblemen zijn sterk afgenomen. Ik neem, omdat dit eerder nog niet gelukt is en er wel vraag naar is, een intelligentieonderzoek bij haar af. Hierbij laat ze opstandig gedrag zien zodra ze tijdsdruk ervaart of denkt dat ze iets niet kan. Ze wordt boos en huilt, maar is met complimenten en aanmoediging weer goed aan het werk te krijgen. Het is een wereld van verschil die in relatief korte tijd bewerkstelligd is, ik vind het mooi om te zien en ben blij dat haar leven een positieve wending lijkt te nemen.

 

 

 

Dag oma 26 oktober 2015

 

Kinderen van alle leeftijden krijgen met verlies te maken, van een knuffel kwijtraken op straat, het overlijden van een huisdier, tot de dood van een familielid. Voor de omgeving is het soms moeilijk om te weten hoe je hier het beste mee om kunt gaan.

 

Een vriend van mij vroeg mij advies. Zijn moeder is ongeneeslijk ziek en hij heeft een zoontje van 2,5 jaar, die erg gek op zijn oma is. Omdat het jongetje nog zo klein is, zou je kunnen denken dat hij niet betrokken hoeft te worden in het hele ziekteproces. Toch is het beter, om ook kleine kinderen zoveel mogelijk op de hoogte te brengen van wat er gaande is. Zij voelen dat er iets mis is, krijgen de emoties van hun ouders en andere betrokkenen ook mee, maar kunnen deze niet plaatsen als het niet uitgelegd wordt. Hierdoor kunnen ze angstig worden, en bovendien lijkt het dan alsof het niet toegestaan is om verdrietig te zijn. Zo leren ze niet om met verlies en bijbehorende emoties om te gaan, wat op latere leeftijd voor problemen kan zorgen.

 

Om je te helpen met de uitleg aan je (jonge) kind, zijn er boekjes verschenen van bijvoorbeeld Dick Bruna (Lieve oma Pluis) en Max Velthuijs (Kikker en het vogeltje). Wil je meer weten over de verwerking van rouw bij kinderen, neem dan contact met mij op.

 

 

 

Achter het harnas schuilt verdriet 12 oktober 2015

 

Een meisje dat ik wekelijks zie voor dyslexiebehandeling, zit voor de tweede keer in groep 4. Door de ernstige mate van haar lees-en spellingsproblemen, was een doublure noodzakelijk. Het meisje pakt de stof vlot op en werkt binnen korte tijd op hetzelfde niveau als haar groep. Omdat ze alles voor haar gevoel driedubbel moet doen, zet ze na een aantal maanden de hakken in het zand. Elke week neemt haar rebelse gedrag toe en wordt het huiswerk minder goed gedaan. Omdat de situatie hierom vraagt, ga ik met haar in gesprek. Ze blijkt erg veel last te hebben van de thuissituatie: haar ouders zijn al enige tijd gescheiden, maar maken nog steeds ruzie. Het meisje krijgt hier veel van mee, en moeder gebruikt de ‘dyslexiemap’ van het meisje in het getouwtrek (ze weigert deze mee te geven aan vader wanneer het meisje een week daar is, waardoor ze niet verder kan werken). Ik nodig ouders uit voor een gezamenlijk gesprek, zo kan het niet langer.

 

Ouders komen, al voordat het gesprek plaatsvindt, tot de conclusie dat de behandeling maar even moet pauzeren. Het is te belastend voor het meisje. Ik vind dit erg moeilijk, omdat het mijns inziens door ouders komt dat het niet goed gaat met het meisje. Wanneer ze met de dyslexiebehandeling stoppen, kan ik geen oogje meer in het zeil houden. Gelukkig hoor ik later, dat de school van het meisje om een groot overleg heeft gevraagd, waar beide ouders en de betrokken psycholoog van moeder bij aanwezig zullen zijn. Hopelijk komt hier een oplossing uit naar voren, hoe ouders tot een positieve omgangsvorm kunnen komen.

 

In november volg ik een cursus, o.a. gericht op het begeleiden van kinderen die verstrikt raken in de strijd tussen scheidende ouders. Hierna zal ik mijn hulpverleningsaanbod verder uitbreiden, met de mogelijkheid tot ondersteuning van deze kinderen en hun ouders.

 

 

 

Door het doolhof naar het geld 24 september 2015

 

Een meisje is voor de zomervakantie aangemeld voor dyslexieonderzoek. Na vast te hebben gesteld dat er sprake is van ernstige achterstanden op het gebied van lezen en spelling, die niet in overeenstemming zijn met haar intelligentieniveau, krijgt ze een dyslexieverklaring. Ze zit inmiddels in groep 8, maar leest en spelt op het niveau van groep 3. Het meisje heeft een hulpverleningsgeschiedenis, waardoor de dyslexie niet eerder kon worden vastgesteld. Het gaat nu beter met haar, maar de ernstige mate van dyslexie zorgt in de schoolsituatie voor veel problemen. Omdat er sprake is van ernstige, meervoudige problematiek, komt zij niet in aanmerking voor vergoede dyslexiebehandeling. De weg naar een andere optie is niet eenvoudig te vinden; ouders kunnen geen remedial teaching betalen en school heeft onvoldoende mankracht en middelen in huis voor een passend, individueel aanbod. Ik beloof ouders uit te zoeken hoe we dit kunnen oplossen. Na een aantal weken en flink wat doodlopende wegen wordt duidelijk dat het bestuur, sinds de Wet Passend Onderwijs van kracht is, een potje heeft voor dit soort gevallen. Hieruit mag het meisje één uur per week, tot de kerstvakantie, door iemand met bevoegdheid en ervaring begeleid worden. Nadat ik dit bericht ’s ochtends hoorde, ben ik ’s middags direct met haar aan de slag gegaan; mijn handen jeukten!

 

 

 

Neem jij de regie? 10 september 2015

 

Het nieuwe schooljaar is alweer een aantal weken bezig. Op de school waar ik werk wordt echter ieder jaar duidelijk, dat de zomervakantie niet voor ieder kind rust en ontspanning biedt. Een meisje uit de onderbouw heeft het erg moeilijk. Zij en haar broer vertonen al jaren gedragsproblemen, zij zit op het speciaal basisonderwijs, haar broer op het speciaal onderwijs. De moeder is onmachtig om voor de twee te zorgen, uit alle hoeken is hulp toegeschoten, maar het gedrag van de kinderen verbetert niet. Vorig schooljaar bleek moeder ernstig ziek te zijn. Om het nog ingewikkelder te maken, raakte ze opnieuw in verwachting. Vanwege de ziekte moest het kindje eerder gehaald worden, gelukkig maakt hij het goed. Broer en zus kunnen al deze gebeurtenissen niet goed verwerken, waardoor het gedrag verslechtert. Het meisje krijgt op school elke dag individuele begeleiding, zodat school een positieve ervaring voor haar blijft. Maar vooralsnog zit ze meer buiten de klas, dan in de klas. Van leren komt al tijden niets meer.

 

Hoe ga je om met dit soort schrijnende situaties? Wanneer grijp je in? Wij als school trekken voortdurend aan de bel. Er is een gezinsvoogd en hulpverleningsinstanties zijn betrokken. Je zou denken dat, met zoveel expertise die zich ermee bemoeit, dit gezin de benodigde hulp zou kunnen krijgen. Toch voelt dat niet zo, en neemt het gevoel van machteloosheid toe. Ik discussier met mijn collega’s over de oorzaak. Passend onderwijs? Te veel hulpverleninginstanties betrokken? Niemand die de regie neemt? Of durft te nemen? Te lange wachtlijsten? Bureaucratie? Instellingen die taken oppakken, waarvoor ze niet de juiste kennis in huis hebben? Ik weet het antwoord niet, waarschijnlijk is het een combinatie van al deze factoren. Hoe dan ook kan ik het niet achter me laten als ik de school uitloop, en hoop ik dat het nog lang geen herfstvakantie is.

 

 

KindAdvies Amsterdam

 

Birgit Thomas, MSc.,

NVO Basis-Orthopedagoog

 

KvK-nr.: 63960478

Btw-nr.: NL146937818B01

 

birgit@kindadvies.nl

 

06-41181443